vrijdag 15 augustus 2014

de splinter



Tijdje terug ging ik naar de bouwmarkt om een stuk of 20 panlatten te halen. Ik weet niet of je wel eens in een bouwmarkt bent geweest, maar al die latten liggen in stellages waar je ze stuk voor stuk uit moet trekken. Je begint er wat voorzichtig aan, maar als je er een stuk of 10 hebt gehad dan voel je je al een volleerd “panlatten uittrekker” en flitsen de panlatten je door de handen. Maar bij de zestiende panlat ging het mis. Een splinter boorde zich in mijn vinger, aauw! Ik haalde de splinter uit mijn vinger, maar ik had hier te maken met een splinter die wat last had van verlatingsangst, dus er bleef een klein stukje diep in mijn vinger zitten. Ach, wat zou het ook.

Maar na een dag of twee begon mijn vinger pijn te doen en drie dagen later begon hij te zweren en te etteren, dus dat werd een retourtje huisarts.

In je hart kun je ook pijn hebben. Pijn van dingen die je zijn aangedaan of die tegen je gezegd zijn. In sommige gevallen lijkt dit onoplosbaar omdat diegene die je de pijn heeft berokkent er niet over wil praten of nog erger, die persoon is inmiddels overleden. En daar zit je dan met je pijn. Pijn die gaat etteren en zweren. Pijn die je dag in dag uit achtervolgd.  Je wilt zo graag dat datgene wat je is aangedaan kunt vergeven, en dat je wonden kunnen helen. Dat mensen je om vergeving vragen, maar het lijkt een zinloos verlangen. En langzaam maar zeker verandert de pijn in wrok en bitterheid. En in die gevallen wordt de pijn zo groot dat jij je gedwongen voelt om te kiezen, of om in verbitterdheid door te leven of, ondanks dat de ander geen om vergeving vraagt, je het hem of haar toch geeft.
Het lijkt een onmogelijke opgave. Misschien helpt je het verhaal van Corrie ten Boom. Corrie, die jaren na de dood van haar zus Betsie, één van de bewakers tegenkomt van de gaskamer waarin Betsie is vermoord tijdens de tweede wereld oorlog. (Haar moordenaar dus.) De man wil haar een hand geven, ze kan het niet. Allerlei boze en wraakzuchtige gevoelens komen in haar naar boven, maar ze beseft dat deze gevoelens niet God zijn gevoelens konden zijn. Het was haar wrok en bitterheid.

"Heer Jezus," bad ik, "vergeef mij en help mij hem te vergeven." Ik wilde hem een hand geven. Maar ik kon het niet. En daarom bad ik weer in stilte: "Jezus, ik kan hem niet vergeven. Geef mij Uw vergevingsgezindheid. Toen ik zijn hand greep, gebeurde er iets ongelofelijks. Het was of ik Gods liefde door mijn arm voelde stromen. (citaat 'De Schuilplaats')

Ik moest naar mijn huisarts om de splinter uit mijn hand te laten halen, zo is bij wrok en bitterheid een bezoek aan “Huisarts” Jezus aan te raden. Hij heeft niet alleen al je zonden vergeven, maar Hij helpt je ook om te kunnen vergeven.