vrijdag 23 mei 2014

Er was eens een ontploft mobieltje


Een tijd geleden stond ik op een ladder lekker relaxed een windveer te schilderen en plotseling viel mijn mobiele telefoon uit mijn broekzak. Ik ben nog nooit zo snel van een ladder “gegleden” als toen. Beetje vreemd eigenlijk deze haast, alsof ik dacht dat een soort van “high tech mond op mond beademing” mijn mobiel nog zou kunnen redden. Maar redden was er in dit geval niet bij, mijn telefoon was uit elkaar gespat. 
 
 
Toen ik ’s avonds van de schrik was bekomen, ben ik mijn telefoon maar eens gaan ontleden. Zo’n kans kreeg ik misschien niet weer. Na verloop van tijd raakte ik er van onder de indruk hoeveel techniek er in dit kleine apparaatje zat. Ik kon me ook niet voorstellen, dat als ik alle losse onderdeeltjes zo maar op de grond zou laten vallen dat dit dan na één, tien, honderd of zelf een miljoen jaar zomaar spontaan een mobiele telefoon zou gaan worden. Er moet iemand achter dit geheim zitten, iemand die meer verstand heeft dan mijn mobieltje zelf om het in elkaar te kunnen zetten. In dit geval geloof ik dat dit Steve Jobs en zijn team de scheppers zijn geweest.

Maar zou er ook niet iemand zijn geweest die de schepper is van het universum, de aarde, van mij? Neem bijvoorbeeld de aarde. Als die een paar cm verder van de zon zou staan dan hadden we 365 dagen per jaar een elfsteden tocht kunnen houden. Alleen jammer dat er dan geen deelnemers op de hele aarde zouden leven. Of wat te denken van een bombardeer kevertje. Een beestje die, als het aangevallen wordt, in no time in de exact juiste verhouding een explosieve vloeistof aanmaakt en naar zijn vijand schiet. Stel je voor zeg dat dit beestje door evolutie zou zijn ontstaan en er dus nog wat “geknutseld” zou moeten worden aan de juiste mengverhouding van het explosieve goedje. Het beestje zou in zijn evolutie periode allang uitgestorven zijn. Of het ontplofte keer op keer of het werd opgevreten door zijn belagers.

Stel je voor dat mijn botjes, mijn hart, nieren, lever, ogen, 100.000 kilometer bloedvaten, 50 liter water, zenuwen, paar kilo vel, redelijk wat vet, schedel en een beetje hersenen in een pan werden gedaan, zou er dan na één, tien, honderd of zelf een miljoen jaar zomaar spontaan een levende Jan tevoorschijn komen?

Bij het nadenken over het ontstaan van de schepping is het niet zo heel boeiend wat ik of wat jij gelooft, maar veel meer in Wie je gelooft. Ik geloof dat er een Schepper achter dit alles zit. Deze Schepper noem ik God. Deze God heeft jou en mij intens lief en heeft een plan met ons leven. En als je zo naar jezelf kijkt en alles wat er op en rond de aarde leeft, dan zie je steeds meer omdat je het dan door de bril van God, jouw liefhebbende Vader mag gaan zien.